Vroeger toen mijn zoon nog een zoontje was wilde hij lid worden van de plaatselijke voetbalclub.
Als goede ouder bracht ik hem weg achterop de fiets en natuurlljk keek ik naar zijn voetbalprestaties. Het was al snel duidelijk dat een voetbalcarriëre er niet echt in zat maar hij had plezier en daar ging het om.
Als je dan op zo'n bankje langs de lijn zat leerde je ook de ouders van de andere voetballertjes kennen.
Behoorlijk fanatiek waren sommige van die ouders, iets te fanatiek voor mij. Als er een doelpunt gescoord werd, was het een enorm gejuich en gejoel. Er werd geschreeuwd en aangemoedigd, soms werden er dingen geroepen die mijns inziens niet door de beugel konden zoals:
stamp hem in de grond of
trap hem dan tegen zijn schenen.Tijdens één van die schreeuwpartijen werd de vrouw die naast mij zat zo enthousiast dat ze met haar armen begon te zwaaien, ze vergat daarbij dat ze een broodje kroket in haar rechterhand had. Gelukkig zag ik het broodje aankomen en ik kon nog net voorkomen dat ik het in mijn oog kreeg. Er zat alleen wat mosterd in mijn haar maar een kniesoor die op dat soort dingen let.
Toen de jongetjes zo'n jaar tegen elkaar gespeeld hadden kwam iemand op het idee dat het reuze leuk zou zijn als de moeders tegen de moeders van een ander elftal zouden spelen.
Of ik mee wilde doen? 'Ja maar, ik kan helemaal niet voetballen' probeerde ik nog.
Het gaf allemaal niets want de andere vrouwen konden ook niet voetballen dus het was echt alleen voor de lol.
Zoonlief drong ook heel erg aan en ik gaf toe.
Om het toch nog een beetje op voetbal te laten lijken kregen we nog wat training en op een zomeravond was het zover.
Het had overdag geregend en er stond modder op het veld, een feestelijk begin van wat komen ging.
De voetbalspullen hadden we geleend van de vaders en het zag er prima uit.
We werden aangekondigd: de moeders van de welpjes van SV Voorburg tegen de moeders van de welpjes van Tonegido. Applaus!
De meiden van Tonegido gingen er direct met volle kracht tegenaan en toen ik 20 minuten had rondgedraafd als middenvelder kwam de bal mijn kant op, gevolgd door een speelster van de tegenpartij. Ik was vastbesloten om die bal een flinke trap te geven maar mijn tegenspeelster bleek vastbesloten om dat te voorkomen.
We waren op een nogal modderig deel van het veld en ze trok mij aan mijn haar, ik voelde dat ik uit ging glijden en ik zei tegen mezelf:
ik onderuit? Dan jij ook. Ik trok ook eens
flink aan haar haar. We eindigden samen in de modder. We kregen ook een gele kaart. Er werd natuurlijk gewoon doorgespeeld en een paar minuten later liepen twee dames zo hard tegen elkaar op dat één van de twee moest worden afgevoerd met een ambulance.
Dat was wel even schrikken natuurlijk maar toen ze weg was ging de wedstrijd weer gewoon door.
De tweede keer dat de bal mijn kant op kwam vloog hij vrij hard richting mijn hoofd. Ik ving de bal op en ik was daar eigenlijk best trots op maar nee, dat was niets om trots op te zijn, dat was
hands.Het werd een strafschop. Onze keepster wist de bal tegen te houden maar ze kermde van de pijn. Zij werd door haar man naar het ziekenhuis gebracht, later bleek ze haar arm gebroken te hebben.
De pret werd verstoord doordat er een onweersbui kwam aanzetten en we moesten van het veld af. De wedstrijd werd verder afgelast.
Toen de bui over was ben ik met mijn zoon naar huis gefietst. De modder zat nog in mijn haren en toen ik thuis arriveerde stond de buurvrouw naast haar auto en zei:
'wat heb jij nou gedaan? '
'Ik heb gevoetbald' zei ik niet zonder enige trots.
'Zo te zien heb je erg veel plezier gehad', zei ze.
Ik antwoordde: ' ja hoor , het was geweldig, geen doden en maar twee gewonden. '