vrijdag 30 januari 2009

De schooltandarts.


In het jaar dat ik in de eerste klas van de Lagere School zat maakte ik ook kennis met het verschijnsel schooltandarts.
Twee keer per jaar werd de rust verstoord doordat er twee vrouwen binnenkwamen met een witte verpleegstersschort en een soort koffer.
De vrouwen keken streng en zagen er niet erg toeschietelijk uit dus dat beloofde niet veel goeds.
Ze legden twee bakjes neer op de tafel van de meester en een pak kaarten met daarop een afdruk van een gebit. In het éne bakje zaten kleine ronde spiegeltjes aan een steel en een soort haakjes, ook aan een steel: het andere bakje was leeg. Dat bakje was, zo bleek,voor de gebruikte spiegeltjes en haakjes.
Eén voor één moesten we naar de tafel toe, onze naam werd gevraagd, daarna moesten we onze mond opendoen. De ene vrouw keek met zo'n spiegeltje in je mond en morrelde wat rond met een haakje, vervolgens mompelde ze iets onverstaanbaars waarop de andere vrouw begon te schrijven op een kaart. De hele klas werd op die manier afgewerkt en toen ze verdwenen gingen we weer verder met de les.
De meester vertelde dat de kinderen bij wie gaatjes waren gevonden naar de schooltandarts moesten in de Doornstraat, alleen wist hij niet wie die kinderen waren.
Iedereen had natuurlijk wel van oudere leerlingen gehoord over de verschrikkingen van de schooltandarts en de martelende onzekerheid of je inderdaad een gaatje had maakte dat je heel nerveus werd als er iemand het klaslokaal binnenkwam. Op ieder moment kon er iemand binnen komen die met het slechte nieuws kwam dat je de volgende dag mee moest naar de Doornstraat.
De eerste twee keren had ik geluk, er waren geen gaatjes maar de derde keer moest ik er aan geloven. Op de dag dat het ging gebeuren werd ik wakker met buikpijn. Ik kwam op school en daar bleek dat ik niet de enige was met buikpijn van de zenuwen. Onze klas werd overgenomen door een andere meester en wij wandelden met onze eigen meester naar de Doornstraat. Het was een half uur lopen.
De tandarts zat in een grote ruimte en om de stoel zat een wit gordijn zodat je niet gezien werd als je in de tandartsstoel zat.
Maar gehoord werd je wel! Eén van de kinderen voor mij huilde en die werd heel bars toegesproken. Ik besloot om geen spier te vertrekken hoeveel pijn het ook zou doen.
Toen ik aan de beurt was zag ik pas echt wat me te wachten stond maar vluchten was geen optie, dus ik ging zitten, deed mijn mond open en beleefde voor de eerste keer de pijn van het boren in een kies met een boor die door een draad werd aangedreven. Het was nog erger dan ik had verwacht. Gelukkig was het een klein gaatje en duurde het niet al te lang. Ik voelde me wel behoorlijk genomen en ik was best bang voor die twee krengen en die chagrijnige barse vent.
Je bent erg flink", zei een vrouw en daarna mocht ik weer bij mijn klasgenootjes gaan zitten. God, wat was ik opgelucht dat het voorbij was!
Dit drame heeft zich nog een aantal keren herhaald en ik verzuchtte vaak dat het leven leuk was als je maar nooit naar de tandarts hoefde.
Gelukkig zijn er nu andere technieken, de tandartsen zijn vriendelijker, maar ik denk dat veel mensen van mijn generatie dankzij de schooltandarts een angst voor de tandarts hebben.
Het heeft bij mij in ieder geval een aardig tijdje geduurd voordat ik er overheen was.

2 opmerkingen:

Ben Hoogeboom zei

De tandartsen van vroeger, inderdaad, wat een barse lui. Alleen al om hun verschrikkelijke gedrag (ik hoorde eens een patiënt jammeren, de tandarts: ‘Houd toch eens je bek!’) stond een bezoek aan de tandarts me zeer tegen.
Goed stukje.

Anoniem zei

Drama's die schooltandartsen.
ik heb vroeger eens een in de vingers gebeten en hoefde dat halve jaar niet meer terug te komen. het volgende jaar waren er twee gaatjes. Maar goed wel overleefd hoor.
Groet Marjolijn