woensdag 16 juli 2008

Gesprek tussen Babs en meneer Van Hoff

Dit verhaal werd geschreven door E.H. en mij.

Goedemiddag meneer, wat is het schitterend weer vandaag hè? Ik zie dat u hier voor een leegstaand huis staat en dat u niet wilt dat de familie Marijsen hier komt wonen. Ik neem aan dat u daarvoor gegronde redenen hebt?

In. Der. Daad, mevrouw. Daaraan kunnen wij onze goedkeuring niet verlenen. Mijn naam is overigens Van Hoff met dubbel f.

Mijn naam is Babs van Leeuwen. Babs van Barbara maar dat is zo lang hè? Maar waarom kunt u daar geen goedkeuring aan verlenen, meneer Van Hoff? Is er iets mis met die mensen?

Ja. Zéé. Kèr is er iets mis met die mensen. Dat had u ook kunnen weten als u goed had opgelet, mevrouw Van Leeuwen. Want hoe vriendelijk u uw haar ook gekruld heeft vanochtend, bij een eerste kennismaking noem ik u geen Babs.

Ach, wat is dat jammer. Ik vind Babs zo’n leuke naam. Maar u mag mij wel mevrouw Van Leeuwen noemen hoor! Ja, mijn haar is vriendelijk gekruld en dat is het altijd, elke dag. Weet u, ik ben niet één van die mensen die altijd achter de vitrage staan te gluren om te zien wat er allemaal gebeurt om me heen, dus ik weet niet wat er mis is met die mensen. Wilt u het mij niet vertellen, meneer Van Hoff?

Ik heb al een brief aan woningbouwvereniging Vervecht geschreven, waarin al mijn bezwaren staan. Maar! Ik zal de brief nog eens voorlezen! (Haalt papier uit de binnenzak van zijn colbert, opent dit papier en gaat staan zoals een Nederlandse toneelspeler in zulke gevallen gaat staan.) Mijne Heren! Het pand Esterstraat 26 is leeg komen te staan, het pand waarin de heer Gerardus Gravemaker 38 jaar lang heeft gewoond samen met zijn vrouw Guusje Gravemaker-Gentenaar. De heer en mevrouw Gravemaker zijn verhuisd. Zij konden zich niet langer verenigen met de algemene mores die in de Esterstraat zijn ontstaan. Die mores zijn: a) wij leven zoals Jezus onze Christus ooit leefde; en b) wij dienen onze God door ’s zondags tweemaal ’s daags ter kerke te gaan in het huis van de heer Van Hoff, Esterstraat 28. Meer regels zijn er niet, dit is genoeg. Wel. Nu! (Spreker steekt een arm uit.) De voorgestelde bewoning van de heer en mevrouw Marijsen van pand Esterstraat 26 levert onoverkomelijke problemen op! Daar zijn geluidsproblemen, want dat is de reden geweest dat de heer en mevrouw Marijsen uit de Trompenaarstraat moesten verhuizen. Daar zijn echter ook, wat wij hier noemen, hygiënische problemen. Daarover kan ik u misschien nog tijdig inlichten. Ik ben, vriendelijk groetend, L.K.W. van Hoff.

Ik probeer het even op een rijtje te zetten meneer van Hoff. De heer en mevrouw Gravemaker zijn verhuisd omdat zij niet wilden leven zoals Jezus Christus ooit leefde en ook niet in uw huis ter kerke wilden gaan? De mensen weten gewoon niet wat goed voor ze is, meneer Van Hoff. Ik begrijp dat u de geestelijke hygiëne in de Esterstraat graag wilt behouden voor hen die dat waard zijn. Wit u mij echt geen Babs noemen? En nu bent u bang dat de mores uit de Esterstraat verdwijnen als de familie Marijsen daar komt wonen? Wat bedoelt u eigenlijk precies met de hygiënische problemen rondom het gezin Marijsen?

De kwestie is deze, mevrouw. Loopt u even achter mij aan, de steeg in. Hierdoor ja. En dan hierdoor. Juist. Dan komen wij bij de schuur achter het huis van nummer 26. Hier heb ik de Heilige Sleutel, ik open het Heilige der Heiligste: de schuur die alles bevat wat ons geloof zo mooi maakt. Even een lichtje aan. U ziet dat deze schuur volledig is ingericht voor de barmhartigheid. U ziet bijvoorbeeld de kazuifels hangen, de lendedoek van Jezus Christus, daar een doornenkroon van de Heer, daar een spijker, daar een stuk van het Kruis waaraan de Heer gestorven is. Gaan we nog even door, dan draai ik de Heilige Sleutel nog een keer in deze deur, en daar zijn we in de schuur van nummer 28. Mijn adres. Een doodgewone schuur, zoals u ziet. Geen heiligheden, maar een fiets, een zak aardappelen, wat gereedschap, wat oude troep. U snapt er niets van, zie ik aan uw gezicht. Welnu, mevrouw. Diefstal is een normale zonde, tegenwoordig. Maar de dieven zullen in elk geval niet de heilige dingen stelen. Zo heb ik het afgesproken met de heer en mevrouw Gravemaker, indertijd. Zij hebben hun schuur vrijwilig afgestaan aan de Volgelingen van Jezus Christus. En nu vraag ik u: hoe zou iemand als meneer Marijsen, met zijn voorliefde voor rokkumrolmuziek, ooit gratis en voor niets zijn schuur afstaan aan deze gemeente van God? Dus! Over de hygiënische problemen die wij kunnen verwachten met de heer en mevrouw Marijsen kan ik u alleen zéér privé mededelingen doen.

Oh, meneer van Hoff, nu begrijp ik uw problemen, wat hebt u daar een prachtige heiligdom in gericht. Zéér vernuftig mag ik wel zeggen.Maar misschien kunt u de buren op nr 24 kunnen vragen of zij hun schuur af willen staan. Wilt u mij nog steeds geen Babs noemen? Dat klinkt zo gezellig! Maar om nog even op de hygiënische problematiek terug te komen, kunt u niet een ietsepietsie meer vertellen? Ik zal het echt niet verder vertellen.

Dan zal ik het u vertellen, mevrouw Van Leeuwen. Babs, zo u wilt. Kijk, tot de mores hier behoort ook het tot zich nemen van bepaalde soorten voedsel. En wij weten dat de heer en mevrouw Marijsen soms (buigt zich over naar mevr. Van Leeuwen en fluistert in haar oor) spinazie eet. Spinazie! Spinazie! Het ongoddelijkste voedsel dat er op deze hele wereld bestaat! (Spreker wordt nu bijna wild en begint te profeteren.) Waar in den Bijbel wordt spinazie genoemd? Nergens, mevrouw. Of macaroni, of snijboon? Ook nergens. Dat zullen de heer en mevrouw Marijsen ook vast tot zich nemen! O, vertoornden! Rampzaligen! Vertrekt van hier! Gaat heen! Thor zal u treffen! Zij zullen ook zekerlijk niet willen meebetalen aan een goede bliksembescherming! O, zekerlijk niet! (Spreker valt op de grond en knielt.) God de Heer! Hoort Gij ons? Ja? Ons gebed luidt: verlos ons van de bezoekingen die de heer en mevrouw Marijsen ons zullen toebrengen! Als! Tu! Blieft! Dank u, goede God! Dank u!

Spinazie????? Dat meent u toch niet? Dat is buitengewoon goor, meneer Van Hoff. Wat een walgelijke gewoonte. Ik heb er geen woorden voor. En dan macaroni of snijboon, Weerzinwekkend. Smerige smurrie is het! Meneer Van Hoff, wat doet u nu? (Pakt gsm en kiest 112) Kunt u een ambulance sturen naar de steeg tussen Esterstraat 26 en 28? Er is iemand niet goed geworden.

Geen opmerkingen: